-
Alle meisjes uit het dorp willen prinses Simone zijn en Simone wil graag een dorpsmeisje zijn. Een humoristische ballonstrip die is getekend in een soepele, karikaturale stijl met een licht manga-tintje. De grapjes worden verteld in verhaaltjes van hooguit vijf pagina’s. “Sympathieke feelgood strip uit de Tina” – StripNieuws GENOMINEERD ALS JEUGDSTRIPALBUM VAN HET JAAR -
De prehistorie opnieuw bekeken met legendarische humor! Dit verhaal begint zo’n 200 of 300 miljoen jaar geleden, in een ongerepte wereld bevolkt met de meest primitieve wezens waarvan sommigen al wat verder geëvolueerd waren dan anderen. Maar hoe verschillend ze ook waren, al die soorten leefden samen in perfecte harmonie. Tot die beruchte avond, 65 miljoen jaar geleden, toen een enorme komeet dit prachtige evenwicht dreigde te verstoren! Maar omdat hij voor 99,9% uit rubber bestond ketste hij af op de ozonlaag om voor altijd te verdwijnen in het universum. De evolutie kwam op gang! En zo ontwikkelde zich de eerste beschaving van het min-of-meer-prehistorische tijdperk!… -
Het werd tijd voor een kloek koffietafelboek met het oeuvre van Theo van den Boogaard. Maar dan zijn we tien jaar verder voordat zoiets af is. Dus waarom niet alles ophappen in delen die met korte tussenpozen zullen verschijnen? In deze eerste twee delen van die eindeloze reeks zijn de cartoons gebundeld die Van den Boogaard tussen 2018 en 2024 heeft gemaakt. De tekeningen zijn niet ouderwets op de computer, maar handmatig ingekleurd door de tekenaar met transparante kleureninkten. -
Het werd tijd voor een kloek koffietafelboek met het oeuvre van Theo van den Boogaard. Maar dan zijn we tien jaar verder voordat zoiets af is. Dus waarom niet alles ophappen in delen die met korte tussenpozen zullen verschijnen? In deze eerste twee delen van die eindeloze reeks zijn de cartoons gebundeld die Van den Boogaard tussen 2018 en 2024 heeft gemaakt. De tekeningen zijn niet ouderwets op de computer, maar handmatig ingekleurd door de tekenaar met transparante kleureninkten. -
Als hommage aan geestelijk vader Pieter Kuhn tekende Jan van Haasteren een speciale cover van het verhaal Het pinguïnland van prof. Lupardi. Jan: “Ik vind pinguïns grappige dieren en leuk om te tekenen. Zodra er water of ijs in een puzzel voorkomt, stop ik er een pinguïn in.” Voordat Jan van Haasteren wereldberoemd werd door zijn puzzels was hij al een succesvol striptekenaar. Hij begon bij de Toonder Studio’s, met het tekenen van de strip Kappie. Jan: “Mijn moeder knipte vroeger elke dag de strips uit de kranten, waaronder Kapitein Rob. Prachtige realistische tekeningen.” -
Theo van den Boogaard: “Als tiener wilde ik al elk Kapitein Rob avontuur lezen en die fenomenale tekeningen bewonderen en proberen die hoogstaande grafische techniek en vertelkunst te doorgronden, misschien zelfs te imiteren. Een jeugd vriend van mijn oudere broer Harry, Edu Siebers, kon prachtig tekenen en hij bezat de hele reeks Kapitein Rob-boekjes! Ik moet wel het gelukkigste jongetje ter wereld zijn geweest toen Edu mij zomaar die hele stapel cadeau deed. Zo’n geste van zo’n bijzondere persoonlijkheid blijft je altijd bij. En nu weer, bij hernieuwde kennismaking met deze reeks, ontroert Pieter Kuhn’s enorme tekentalent, met de goed gedocumenteerde details, die een extra ondersteuning geven aan de vaart van zijn fantasierijke verhalen.” Theo van den Boogaard (1948) is meester in de klare lijn en vooral bekend van zijn Sjef van Oekel-strips op scenario van Wim T. Schippers. -
Thé Tjong-Khing: “Ik heb de strip Kapitein Rob nooit gelezen, maar ik vind het maken van een Kapitein Rob-cover in mijn eigen stijl een leuke opdracht. Het is net of je een remake van een film maakt, omdat de originele versie ouderwets is. Als ik nu de opdracht kreeg om de strip te tekenen, zou hij er zo uit zien. Over tien jaar is deze versie op zijn beurt ouderwets.” Thé Tjong-Khing (1933) is misschien wel Neêrlands meest bekroonde kinderboekenillustrator, met onder andere drie Gouden Penselen en de Max Velthuijsprijs. Khing begon zijn carrière echter als striptekenaar bij de Toonder Studio’s, en tekende later ook voor het weekblad Tina. -
Wist je dat de grote vulkaanuitbarsting van 1815 in Indonesië aanleiding was tot de uitvinding van de fiets in Duitsland? Dat actrice Hedy Lamarr, "de mooiste vrouw ter wereld", ook wetenschapster was en iets uitvond waardoor jij dit nu kunt lezen? Dat een eenvoudig bermplantje het tot topmodel schopte en nu zelfs levens redt? Na het lezen van dit album met ruim tachtig wetenschapsweetjes in stripvorm weet je dit en nog veel meer! -
Voetballen is de grootste hobby van Josje, daarom gaat ze zodra ze is verhuisd op zoek naar een voetbalvereniging in het nieuwe dorp. Het wordt het gemengde team “Kalkberg ’90”, waarin Josje al meteen opvalt. Ze ontmoet Arezo, die ook graag voetbalt en later door Josje wordt geïntroduceerd bij “Kalkberg ’90”. Samen met haar en de andere spelers beleeft Josje uiteenlopende avonturen waarbij ze op haar eigen manier een dierenasiel van de ondergang redt en opkomt voor haar vrienden als zij gepest worden. -
“Mijn naam is Rembrandt Harmenszoon van Rijn. Ik ben kunstschilder in Amsterdam. Mijn specialiteiten zijn portretten en Bijbelse voorstellingen. Mijn werk is zeer gewild bij kunstkenners en particulieren. In mijn vrije tijd verzamel ik bijzondere voorwerpen uit verre landen. Of ik verpoos in een etablissement in de stad met mijn boezemvriend Jan Six. Ik ben overal een graag geziene gast, waarschijnlijk omdat ik zo’n levensgenieter ben. Ik woon aan de gracht, samen met mijn… euh… met Geertje, mijn zoon Titus en dienstmeid Hendrickje. Op de portretten hierboven zie je ook nog ons hondje Kwast en dokter Tulp. Liever had ik daar een portret van Jan gehad, maar dokter Tulp bood meer. Dat wil zeggen: ik hoefde de doktersrekening niet te betalen als ik een portret van hem maakte.” -
“Mijn naam is Rembrandt Harmenszoon van Rijn. Ik ben kunstschilder in Amsterdam. Mijn specialiteiten zijn portretten en Bijbelse voorstellingen. Mijn werk is zeer gewild bij kunstkenners en particulieren. In mijn vrije tijd verzamel ik bijzondere voorwerpen uit verre landen. Of ik verpoos in een etablissement in de stad met mijn boezemvriend Jan Six. Ik ben overal een graag geziene gast, waarschijnlijk omdat ik zo’n levensgenieter ben. Ik woon aan de gracht, samen met mijn… euh... met Geertje, mijn zoon Titus en dienstmeid Hendrickje. Op de portretten hierboven zie je ook nog ons hondje Kwast en dokter Tulp. Liever had ik daar een portret van Jan gehad, maar dokter Tulp bood meer. Dat wil zeggen: ik hoefde de doktersrekening niet te betalen als ik een portret van hem maakte.” -
BOEKPRESENTATIE 2 JUNI STUDIO BURGWAL IN HAARLEM Naar de bronnen van Nederlands allereerste stripverhaal Meester Prikkebeen en zuster Ursula, bekend van liedjes van Boudewijn de Groot en Rob de Nijs, hebben een lange voorgeschiedenis. Vanaf hun eerste verschijnen in 1845-1846 zijn de grappige en spannende avonturen van vlindervanger Prikkebeen geliefd geweest bij kinderen en volwassenen. Met deze uitgave zijn voor het eerst de oorspronkelijke, losjes getekende schetsen van Töpffer in hun volledigheid in Nederland uitgegeven, inclusief de Franse inschriften in proza. Deze allereerste schetsen van Töpffer met hun Franse bijschriften zijn gereproduceerd uit de wetenschappelijke studie van kunsthistoricus prof. dr. David Kunzle, en op rijm gezet door Pieter-Paul Jansen. Tekenaar en schrijver Rodolphe Töpffer geldt als de vader van het stripverhaal. Van 10 tot 110 jaar
